8 Mini-ITX behuizingen review: minimaal formaat, maximale prestaties

NZXT H1

De H1 behoort formeel dan wel tot dezelfde serie, maar is een totaal ander kastje. Met een volume van nog geen 14 liter is hij aanmerkelijk kleiner en bovendien is de H1 in lengte en breedte vierkant; het ontwerp doet denken aan de Xbox Series X zoals die enige tijd geleden werd onthuld. Zoals de vraagprijs van 350 euro wellicht al verraadt, gaat het niet enkel om de kast zelf: er worden ook een voorgeïnstalleerde sfx-voeding en 140mm-waterkoeler meegeleverd. In combinatie met de eveneens meegeleverde pci-express riser en kanalen voor kabeldoorvoer kun je zo een systeem bouwen dat je uit los verkochte onderdelen eigenlijk niet zó compact had kunnen maken.

Hoewel je op andere onderdelen je keuzevrijheid behoudt, in tegenstelling tot bij kant-en-klare compacte systemen, gelden ook daar strenge eisen: een mini-itx moederbord, maximaal een dual-slot videokaart, niet al te hoog werkgeheugen en een ouderwetse harde schijf, daar is zelfs nergens plek voor. Waar het inbouwproces in sommige andere kastjes die zo klein zijn vaak tot gevloek en bloedende vingers leidt, heeft NZXT de montage bij de H1 erg slim uitgedacht. De zijpanelen en bovenkant bestaan uit één U-vormig stuk metaal, dat je zonder gereedschap kunt verwijderen. De processor en videokaart zitten vervolgens in eigen compartimenten, terwijl je de waterkoeler als het ware naar buiten klapt.

In het compartiment met de processor is aardig wat airflow aanwezig, van de voeding en de waterkoeler. De videokaart is op zichzelf aangewezen en ondanks dat de zijkanten ruimhartig van luchtdoorlatende gaatjes zijn voorzien, kan die bij zware belasting aardig warm worden. Dat is op zich weinig verrassend voor een behuizing van dit formaat, maar wel iets om rekening mee te houden: stil en koel zal een high-end systeem in de H1 niet worden.

Aangezien de NZXT H1 in feite bijna een barebone is, hebben we hem niet door onze standaard testprocedure gehaald. Dat zou immers weinig vergelijkbare testresultaten opleveren, met een andere voeding en koeling dan gebruikelijk. Wel hebben we een gamesysteem met een Nvidia RTX 2080 ingebouwd, die tijdens een gamesessie een temperatuur van 90 graden aantikte en daarbij niet bepaald als stil te omschrijven viel.

Een minpuntje is wat ons betreft de beperkte hoeveelheid aansluitingen aan de buitenkant: je moet het met één usb-c en één usb-a poort doen, de rest van de poorten zit aan de onderkant, aangezien het moederbord verticaal wordt gemonteerd. Enerzijds biedt dat de gelegenheid om vaste kabels stijlvol weg te werken, anderzijds is het een heel gedoe om eens een extra usb-apparaat aan te sluiten.

Al met al is de NZXT H1 niet voor iedereen weggelegd, maar als je een chique, compacte pc wil bouwen die desondanks ruimte biedt voor serieuze componenten naar eigen keuze, dan is hij zeker het overwegen waard. De prijs voor het totaalplaatje vinden we alleszins redelijk, als je bedenkt dat een losse sfx-voeding en waterkoeler samen al snel 200 euro zouden kosten.