Televisie kijken via internet wordt normaal
Vroeger werd televisie voornamelijk met behulp van een antenne gekeken, en tot niet zo heel lang geleden was de kabel in Nederland de voornaamste bron. Inmiddels verandert er veel bij het ontvangen van televisiezenders. Steeds vaker wordt tv gekeken via IP, oftewel internet. Voor de ontvangst van televisie via IP wordt vaak een los kastje gebruikt, maar er wordt ook gekeken hoe dat op een goede wijze in een televisie is te integreren.
Elie Bonte, program manager DTV liet een stukje van de geschiedenis van het televisiesignaal zien: van de eerste schreden in 1993 waarbij een stap werd gezet naar DVB - oftewel Digital Video Broadcasting - naar 1998, waarbij DVB-T (in Nederland bekend als Digitenne) op de markt kwam.
Elie Bonte.
Inmiddels zijn daar Hbbtv, een interactief web-achtig protocol voor digitale televisie, CI+ en andere technieken bij gekomen.
CI+, het protocol voor het beveiligd ontvangen van digitale televisie via kabel, satelliet of antenne, is inmiddels een standaard. Door een kaartje in een pcmcia-houder in je tv te stoppen, kan een aanbieder je - nadat je een abonnement hebt afgesloten - televisie laten kijken. Nu wordt gewerkt aan een variant met een betere beveiliging. Dit wordt gedaan ivolgens aanbeveling van MovieLabs, een joint venture van de grote Hollywood-studio's.
Versie 2.0 van CI+ is ook in zicht. Hierbij wordt de bekende kaart vervangen door een speciale USB-stick. Dit is goedkoper en het biedt eenvoudigere mogelijkheden om de techniek ook buiten Europa te gebruiken. Dat is interessant omdat aanbieders van streamingdiensten steeds vaker niet alleen uit ons werelddeel afkomstig zijn.
Een andere techniek die in zicht is en toegepast gaat worden, is HbbTV, oftewel Targeted Advertising. Daarmee kun je in een reclameblok een reclame in beeld krijgen van een autodealer of supermarkt uit je eigen omgeving.
We haalden al aan dat televisie steeds vaker via IP wordt ‘uitgezonden’. Met behulp van DVB-I wordt het niet alleen mogelijk om televisiekanalen te ontvangen zonder een app te hoeven installeren. Voor de gebruiker komt er een ‘internetkanaal’ op de juiste positie tussen de kanalen die via andere bronnen beschikbaar zijn. Een aanbieder kan zelfs wisselen tussen IP en een andere bron, bijvoorbeeld om tijdelijk een uhd-kanaal aan te bieden tijdens een sporttoernooi.
DVB-I biedt nieuwe mogelijkheden.