Conclusie
Intel brengt met de vierde generatie Intel Xeon Scalable-processors een interessante familie op de markt. Het gaat hierbij niet alleen om de cores, maar ook om de rest van de techniek. Op dat vlak heeft de fabrikant een stap gemaakt en vind je in deze generatie meer accelerators. Deze ontwikkeling is op zich niet echt nieuw; hij is te vergelijken met de integratie van de geheugencontroller die een tijd geleden plaatsvond, en met het inbouwen van een gpu bij desktop- en laptopprocessors.
Dit biedt voordelen bij het verrichten van specifieke taken. Voor datacenterprocessors kan het verwerken van data - met name het versleutelen en comprimeren ervan - van belang zijn, en voor kunstmatige intelligentie kan de grootte van datablokken belangrijk zijn. Voor HPC is geheugenbandbreedte van belang en voor veel toepassingen staat beveiliging centraal.
Niet iedere techniek is voor iedere omgeving nuttig. Een one-size-fits-all-processor bestaat eigenlijk niet. Intel biedt een enorm brede familie: van instapmodellen met maximaal 32 cores tot uitvoeringen die veel verder gaan en zelfs 64GB HBM-geheugen aan boord kunnen hebben. Sommige uitvoeringen hebben alle accelerators aan boord, andere niet. Eventueel kunnen ze met behulp van Intel on-demand via de serverfabrikant worden ingeschakeld als ze toch noodzakelijk blijken te zijn.
Hoe de processors precies presteren, is sterk afhankelijk van de omgeving waarin ze worden toegepast, en van welke taken op welke wijze worden toebedeeld. Voor nu lijkt Intel een behoorlijke stap te zetten, en ook werkt het bedrijf alweer hard aan opvolger Granite Rapids die we over een tijdje op de markt zullen zien verschijnen.