Testprocedure
We testen zowel de bekabelde als de draadloze snelheden van routers. Dit doen we aan de hand van het IxChariot-pakket van Ixia, een veelgebruikt pakket om doorvoersnelheden binnen een netwerk te meten. Op alle systemen in het testnetwerk installeren we een zogenaamd endpoint, waarna de software aan de hand van een testscript bepaalt hoeveel megabits er per seconde van het ene endpoint naar het andere gestuurd kunnen worden. We meten de bekabelde snelheid van WAN naar LAN en van LAN naar LAN; dit houdt in dat er pakketjes vanaf een systeem gestuurd worden en via de WAN-poort op de router door een LAN-poort aan een ander systeem doorgegeven worden. Bij LAN naar LAN zijn beide systemen logischerwijs aangesloten op twee LAN-poorten.
De draadloze snelheid meten we beide kanten op, dus van LAN naar WLAN en van WLAN naar LAN. Hier gebruiken we uiteraard een systeem voor dat bekabeld (op een LAN-poort dus) is aangesloten op de router die op dat moment getest wordt. Daarnaast gebruiken we meerdere BTO-laptops met een Intel Centrino Ultimate-N 6300 WLAN-chip en drie antenne-aansluitingen om draadloos verbinding te maken met de router.
We hebben de testprocedure in de afgelopen maanden wat aangepast. We doen nog steeds de test op 10 meter met line of sight, maar zijn gestopt met de test op 20 meter. Om een wat meer realistische gebruikssituatie te creëren hebben we een test op 3 meter toegevoegd aan de procedure. We hebben tevens een test toegevoegd waarbij we drie BTO-laptops tegelijkertijd (allemaal met een Intel Centrino Ultimate-N 6300 chip) op de router die we aan het testen zijn, aansluiten. Op die manier krijgen we een beeld van wat de router aankan als hij behoorlijk zwaar belast wordt en zien we wat de bandbreedte is die de router aan de verschillende laptops toewijst. We testen de draadloze snelheden op twee verschillende momenten, zodat de kans dat we toevallig aanlopen tegen slechte omgevingsfactoren wordt verkleind.