Scythe Mugen Max, Kodati, Iori en Tatsumi CPU-koelers review

Inleiding

Scythe leverde een tijdje geleden vier nieuwe processorkoelers af, die allemaal in de loop van vorig jaar op de markt zijn gebracht. Er zit veel variatie tussen het formaat en gebruiksdoel van de verschillende modellen: de Kodati is bijvoorbeeld gericht op gebruik in kastjes met een beperkte hoogte, terwijl de Tatsumi met zijn lage prijs als concurrent voor de Gelid Tranquillo gezien kan worden.

Scythe Mugen Max

De Mugen Max is de nieuwste telg in de populaire Mugen-serie van Scythe en is met een gemiddelde prijs van € 43,90 een paar euro duurder dan de Mugen 4 en de PCGH-versie daarvan, die over twee ventilatoren beschikt. De Max heeft er maar één en wel een 140mm-exemplaar, dat past dankzij de grotere afmetingen van de koeler. Hij is namelijk 1,6 centimeter breder dan de Mugen 4, maar wel wat minder diep. De hoogte is met 16 cm ongeveer gelijk gebleven. Het gewicht is met bijna 100 gram toegenomen tot 846 gram, maar dankzij de backplate is dat geen probleem.

Het koelsysteem zelf bestaat uit vernikkeld koperen baseplate met zes koperen heatpipes die de warmte naar een groot koelblok voert. De ruimte tussen de koelvinnen is vergroot naar 2,6 mm. Zoals we dat tegenwoordig wel vaker zien is de heatsink asymmetrisch, zodat hoge geheugenmodules geen probleem vormen. De GlideStream-ventilator maakt gebruik van een sleeve-bearing en kan draaien op minimaal 500 en maximaal 1.300 rpm via PWM-aansturing. Bovenop vinden we een spiegelende plaat die met vier schroeven aan het koelblok is bevestigd en buiten een Scythe-logo in het midden helemaal leeg is. Dat maakt dat de koeler er strak uitziet.