Ethereum heeft een enorme ommekeer gemaakt in de manier waarop de cryptomunt gedolven wordt, waardoor het stroomverbruik van de één na grootste cryptovaluta volgens de Ethereum Foundation praktisch verwaarloosbaar wordt. Dit komt omdat de munt na jaren van vertragingen naar een proof-of-stake-constructie is overgestapt.
De meeste populaire cryptovaluta gebruiken vooralsnog proof-of-work; een enorm energie-onzuinige constructie waarbij iedereen die de munten delft om hetzelfde block 'vecht'. Het delven van een munt is feitelijk het oplossen van een (arbitraire) rekensom en dat kost ontzettend veel rekenkracht. Zeker aangezien slechts één partij de daadwerkelijke munt 'krijgt' terwijl de rest van de daarin geïnvesteerde rekenkracht (en dus energie) voor niets was.
Nu Ethereum op het proof-of-stake-concept is overgestapt verandert dat. In plaats van talloze partijen en enorm verspillende delving, krijgt nu voortaan slechts één partij de mogelijkheid om een block te delven. Zij betalen hun Ethereum als het ware als borg (of inzet, 'stake' in het Engels) voor het recht om te mogen delven. Bij niet gewenste praktijken wordt de cryptomunt ingehouden. Op deze manier moeten delvers gedwongen worden om zich netjes aan de regels te houden.
Als bijkomend voordeel haalt dit de immense druk van cryptodelvers van de gpu-markt af. Tenminste, Ethereum is na Bitcoin de grootste cryptomunt. Er zijn natuurlijk nog ontelbare andere munten, maar voor Ethereum hoeven delvers in elk geval niet meer massaal in de rij te staan en tijdens dat proces enorm veel energie te verspillen. De merge zou volgens een van de bedenkers van ETH het wereldwijde stroomverbruik met maar liefst 0,2 procent verlagen, al is het lastig om dit echt hard te maken.